DE NATUUR..
RESOURCES..
28062020

Vandaag ontmoette ik tijdens een Satsang een goeroe die mij vertelde dat als ik een bedorven vis voorgeschoteld zou krijgen, ik dat zelf heb aangetrokken. Dat alles en iedereen om mij heen mijn eigen creatie is. Dat de wereld een weerspiegeling is van alles dat zich binnenin mij afspeelt.

Deze manier van kijken schept een nieuwe omgekeerde wereld, eentje waarin toeval niet bestaat, niets gewoon zomaar gebeurt. Die gedachte vind ik prikkelend. Misschien omdat het een maakbare wereld schept waarin je zelf de creator bent van je leven in plaats van het slachtoffer. Aan de ene kant voelt dit bevrijdend, aan de andere kant doodeng. Ik ben dan namelijk verantwoordelijk voor alles, de schuld kan ik niet meer op de buitenwereld afschuiven.

Zou ik dit idee kunnen testen? Kan ik toeval ergens tegenkomen? Ik zie een connectie met het werk dat ik maak, omdat ik meestal onbewust al met de aanwezigheid van toeval speel. Ik ben altijd opzoek naar iets van buitenaf dat een relatie zou kunnen aangaan met het werk. Iets dat het kan verstoren, veranderen of aanvullen. Ik vind de ontmoeting van het werk met iets dat erbuiten staat spannend, zeker als er op dat moment iets nieuws gecreëerd word. Ik vraag me dan af of toeval bestaat, of dat er een groter, mystiek systeem achter zit. Net als in de natuur.


Zou ik toeval kunnen testen? Een wetmatigheid kunnen ontdekken die de toevalligheden bepaald? Zou ik zo’n wetmatigheid kunnen manipuleren, of zelf kunnen creëren?

Toeval is ontastbaar, onzichtbaar, abstract. Het is subjectief, ik kan kiezen om het te zien en het zal zich aan mij onthullen. Ik ben opzoek naar iets dat misschien onvindbaar is. Het is daardoor complex, of misschien juist niet.
Waarom is het zo eng als het zo donker is?
Ik wil mijn onderzoeksvragen in beweging benaderen, me omgeven in het gebied waar ik moet zoeken. In beweging kan ik iets ontdekken.

’s nachts wandel ik van mijn huis in Rotterdam naar mijn ouderlijk huis in Schipluiden. Ik ben benieuwd of ik onderweg iets kan ontdekken dat overdag verdwijnt in de ruis. Ik ga op zoek maar ik weet niet precies naar wat. Toeval kan ik waarschijnlijk niet vinden in fysieke vorm.

Eerst wandel ik een stuk door de stad en de buitenwijken van Rotterdam, daarna loop ik steeds verder de bewoonde wereld uit, langs het water, tot de straatverlichting ophoudt en ik voor een duister pad sta dat door de polder trekt.

Aan mijn wandeling geef ik structuur zodat ik een vorm heb waarin ik kan zoeken. Ik stuur mondelinge brieven naar mijzelf en maak beeld met een filmcamera. Ik vermeld altijd eerst tijdstip en plek, daarna beschrijf ik de dingen zo zintuigelijk mogelijk. De beelden die ik maak duren precies 5 minuten, aandacht is belangrijk.

Eigenlijk ben ik de hele tijd alleen maar bang. Bang voor alles, alles wat op zou kunnen duiken in het donker. Mijn angst is niet terecht en ik ben hier al helemaal niet voorbereid op deze emotie. Ik kan niet goed meer zoeken, de angst neemt de structuur over. De ruis van de dag is niet weg ’s nachts, er hangt een hele andere energie.
04102020
Mijn gemoedstoestand heeft invloed op de manier waarop ik kijk en wat ik zie. Als ik bang ben zie ik overal geesten en spoken. Wat zich afspeelt in mijn hoofd wordt geprojecteerd op de buitenwereld. Ik schets mijn eigen realiteit, ik beslis wat waar is en wat niet. Wat is hetgeen dat 'ik' is?
In het boek Zoektocht Naar Het Paradijs schrijft ontdekkingsreiziger Arita Baaijens over haar zoektocht naar het aardse paradijs Shambhala, een mythische plek die zich in het Altajgebergte van Siberië zou moeten schuilhouden. Alleen degene die de hoogste staat van spirituele ontwikkeling hebben bereikt zouden het kunnen vinden. In 100 dagen omtrekt ze te paard het Altajgebergte. Onderweg creëert ze een 'deep map' waarin ze haar gemoedstoestand aan de omgeving koppelt. Elke emotie linkt ze aan een kleur; goud representeert geluk, rood een tragedie, groen staat voor een interessante ontmoeting en blauw voor een inzicht. Tijdens haar reis ontmoet ze nomaden, herders, sjamanen, kluizenaars en jagers die haar allemaal een ander perspectief op de omgeving bieden. De Altajbewoners zien zichzelf als onderdeel van een groter geheel en vereren de geesten en goden van het water, de bergen, de dieren, de bomen en de planten. Alle onderdelen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en dragen betekenis in zich.
“Herders doen aan deep mapping, hun mentale kaart bevat niet alleen lijntjes die van A naar B lopen maar ook informatie die je niet aantreft of een stafkaart. De vorm en de kleur van de wolken bijvoorbeeld, de plek waar een schaap lammerde of doodging, het moment waarop een stromende rivier op de eerste barre winterdag plotseling in bikkelhard ijs veranderde. Deep mapping gaat over betekenislagen in het landschap en over aandachtig waarnemen, generaties lang, waardoor herders aan het spoor van een berin zien waar zij vandaan komt en of zij honger heeft of haast. Zo worden gebeurtenissen voorzien van context en vertellen details in het landschap verhalen die buitenstaanders ontgaan.”
---> Deep Mapping als methode om mijn onderzoek in kaart te brengen. Ontdekkingen registreren, data verzamelen, kijken of ik een patroon kan ontdekken. Misschien kan ik de data manipuleren, of een fictief patroon creëren.

---> Een vaste vorm voor zo’n deep map bestaat niet. Kleur, geur, tekst, audio, inzoomen, uitzoomen etc. Het gebruiken van instrumenten om mee te kijken (microscoop camera).

---> Welke plek wil ik onderzoeken? Binnen of buiten, in de stad of in het bos? Wat zijn de voorwaardes voor zon plek? Hoe groot is die plek? En dan aangekomen op die plek; waar kijk ik naar? Wat registreer ik? Wat niet? Wat is belangrijk? Hoe beslis ik hierover?
Edward Wemytewa, K’yawakwayina:we (Waterways), 2006. Oil on canvas, 36 x 48 in.
In de wereld waarin ik ben opgegroeid bestaan geesten niet. De natuur wordt niet vereerd maar verwoest. De kennis die mijn voorouders bezaten is verloren gegaan, verbrand en bestempeld als hekserij. We leiden aan intergenerationeel geheugenverlies; het besef dat onze voorouders waardevolle kennis bezaten raakt steeds meer in vergetelheid. Ik vraag me af welke betekenis aan het Nederlandse landschap werd gegeven, welke goden werden vereerd en welke rituelen werden uitgevoerd. Welke plekken waren heilig? Wat is er nu te vinden op die plek?
---> Onderzoek doen naar de Kelten en Germanen. De Rottenimf, Maasgod en Mercurius, god van handel en verkeer. GENIUS LOCI: spirit of places.
10122020

Neem eerst even rustig de tijd om te landen op de plek waar je bent. Waar kijk je als eerste naar? Wat valt je op en waarom? Wat zijn de feitelijke omstandigheden? (Datum, tijd, temperatuur, locatie) Wat hoor je? Wat ruik je? Hoe voel je je? Kun je een patroon ontdekken, een verhaal bedenken? Wat bevindt zich tussen de dingen, hoe zou je de negatieve ruimte kunnen registreren? Kun je beschrijven wat je ziet, of werk je liever beeldend? Hoe registreer je bewegingen? Hoe teken je geluid? Waar bevindt jij je in de ruimte en is dat belangrijk?
Samen met een aantal klasgenoten maak ik twee deep maps. Iedereen krijgt een stapeltje papier en stiften, potloden, verf of krijt naar keuze en 20 minuten de tijd om observaties vast te leggen. Dit doen we individueel en in stilte, daarna voegen we onze registraties samen op een leeg schot. De locatie voor onze kaart is voor nu niet het belangrijkst. Het gaat me vooral om het kijken naar de verschillende manieren van registreren. Ik ben nieuwsgierig waar iedereen naar kijkt en hoe ze dat vervolgens vastleggen.
De ruimte tussen de takken en de bladeren van de bomen, de ruimte tussen personen (aura’s?), vliegtuigstrepen in de lucht, geluiden van vogels, mensen en auto’s, verschillende neuzen, bomen, gezichten, kleuren, alle bewegingen van een gele jumbo tas, vormen, materialen, datum, tijd, relaties tussen mensen, handelingen, kleine details van het academiegebouw, stillevens, de elementen.

Eigenlijk zijn het allemaal kleine fragmentjes van een groter geheel. Als maker ben je curator en beslis je wat aandacht krijgt. Ik zie heel veel maar toch maak ik een keuze om dat éne vast te leggen (waarom?). De resultaten geven me inzicht in verschillende manieren om te kijken en te registreren. Ik vraag me nu af op welke manier ik deze methode kan gebruiken. Is het een manier van onderzoeken? Is het ‘werk’? Het lijkt me interessant om de data te manipuleren en hiermee een fictieve map te maken waarin ik zelf betekenislagen kan cureren. In dat geval gebruik ik deep mapping als onderzoeksmethode maar kan het uiteindelijk ook een werk zijn. Maar dit kan nog in heel veel verschillende vormen worden uitgewerkt (film, foto, installatie…..).
Lijnen, kleuren, letters, nummers, gedichten, vragen, verf, krijt, potlood, stift, abstract, figuratief, realistisch, snel, aandachtig, langzaam, gedetailleerd, ingezoomd, uitgezoomd, gekreukt, gestempeld, benoemd, vervaagd, twijfelachtig, mistig, zelfverzekerd, mysterieus, direct, vaag, troebel, chaotisch, geheimzinnig, onbegrijpelijk.
30102020

Tijdens mijn stage leer ik veel over mijzelf als persoon en word ik aan het denken gezet over welke criteria ik belangrijk vind in mijn eigen praktijk. Ik werk samen met een iemand die een hoog werktempo hanteert en een directe persoonlijkheid heeft. Zij en ik lijken soms wel tegenpolen. Ze houd me een spiegel voor waardoor ik me nog bewuster word van mijn automatisme om me aan te passen aan de wensen van de ander. Ik ga vaak over mijn eigen grenzen heen en zie mezelf soms heel klein worden.

Af en toe probeert ze me te helpen met mijn onderzoek en geeft op haar manier advies; door te vertellen hoe ik iets moet doen. Vervolgens onderneem ik die stappen voor haar en niet voor mijzelf. Hierdoor raak ik in de knoop, ik verlies mijn eigen motivatie en vraag me af of ik überhaupt zelf keuzes heb gemaakt in mijn onderzoek.

Alles om mij heen heeft invloed op de manier waarop ik naar de wereld kijk. Mijn blik wordt geschetst vanuit verschillende ervaringen. Misschien is een keuze dan nooit helemaal de mijne. Maar het is belangrijk dat ik de keuze in eerste instantie maak voor mijzelf.

Wanneer heb ik goed gewerkt? Wanneer ervaar ik plezier? Het aller-aller-allerbelangrijkst in mijn praktijk blijkt oprechtheid te zijn, ik verlang ernaar. Los van verwachtingen of wensen van een ander creëren. Onderzoeken omdat ík iets te weten wil komen. Vergeten om te eten, geen tijd hebben om te plassen, niet kunnen slapen omdat de ideeën voor de volgende dag alweer op komen borrelen.

Hiervoor is nodig dat ik constant bij mijzelf na ga voor wie ik welke stappen onderneem en mijn eigen interesses blijf volgen. Andermans proces of onderzoek doorlopen zorgt voor stagnatie. Zelf weet ik natuurlijk heel goed voor wie/wat ik iets doe. Het gaat erom dat ik hier eerlijk over ben, en dat ik tijdens het werk bij mezelf blijf.
29122020

Overal zijn al structuren aanwezig, ik bevind me al middenin allerlei patronen. Moet ik nóg een structuur toevoegen? Ik heb de uitspraken van de goeroe en alles wat ik sindsdien heb ontdekt over onzichtbare krachten nog niet toegeëigend, ik heb ze enkel gehoord en gelezen. Ik vraag me af wat er zou gebeuren als ik ze zou adopteren, een tijdje voor waarheid zou aanschouwen. Ik ontdekte tijdens mijn nachtwandeling dat mijn gemoedstoestand invloed heeft op mijn realiteit. Als ik mijn geloofsovertuigingen aanpas, verandert mijn realiteit dan ook mee? Ik schreef eerder ook al dat als ik kies om het te zien, het zich aan me zal onthullen. Toch vind ik het spannend om aan de andere kant te gaan staan, om er echt vóór te gaan staan. Misschien is de spanning juist een goed teken.

Moet ik een nieuw onderzoekskader vorm geven waarin geesten, spoken, het onzichtbare en de duisternis centraal staan?
Ik weet nog niet precies wat het is dat me zo aantrekt aan het beeld maken met een microscoop camera, maar ik weet wel dat het letterlijk inzoomen iets te maken heeft met mijn onderzoek.
De camera richt ik op iets dat heel klein is. Een dode vlieg, het lijnenpatroon op een vingertop, de stempel en de binnenkant van een bloem, de iris van een oog, het vruchtvlees van een kiwi. Iets wat veel kleine details heeft is het meest vermakelijk. Ik voel me net weer een jong kind als ik zoveel plezier haal uit het ontdekken van mijn omgeving. Het kleine object wordt helemaal uitvergroot waardoor ik details kan zien die ik eerst nog niet zag. De omgeving en de context verdwijnt, in het kader is alleen ruimte voor datgene wat is gekozen.
Het doet me ook een beetje denken aan de manier waarop Carl Sagan in zijn serie Cosmos: ...A PersonaVoyag uitlegde hoe een tweedimensionaal wezen een object uit de derde dimensie zou waarnemen. Voor het wezen uit de tweede dimensie is de wereld plat, het kent geen hoogte. Als een driedimensionaal object door deze wereld heen zou reizen zou het tweedimensionale wezen enkel het object in twee dimensies kunnen zien. Een bol wordt een platte cirkel. Het tweedimensionale wezen kan zich niet voorstellen dat een cirkel een bol zou kunnen zijn omdat het zich met zijn tweedimensionale ‘hersenen’ niet voor kan stellen dat er zoiets als hoogte zou kunnen bestaan.
Cosmos: A Personal Voyage
Hierdoor word ik me bewust van de mogelijkheid dat ik ook heel veel níet kan zien. Wat ik zie is een wereld vol fysieke objecten en de lucht tussen die objecten. De objecten kan ik zien maar de lucht niet, ook al weet ik wel dat het er is. Ik word nieuwsgierig naar hetgeen wat zich af zou kunnen spelen in de lucht tussen de dingen. Soms helpt het me om even helemaal uit te zoomen als ik over dit soort vragen nadenk. De aarde wordt heel klein en ik probeer het hele universum in zijn geheel voor me te zien. Wat gebeurd er op deze schaal? Wetenschappers hebben iets ontdekt wat wij met onze driedimensionale ogen en hersenen niet kunnen zien; dark matter en dark energy. 95% van het universum zou bestaan uit deze onzichtbare fenomenen. Er is zoveel dat we niet kunnen zien.
De goeroe die ik ontmoette in juni ervaart iets wat ik niet kan zien. Misschien zoek ik wel op de verkeerde manier en gaat het helemaal niet om iets wat je kunt zien....
Misschien heeft het inzoomen met de microscoop camera ook wel met schaal te maken. Door iets kleins zo op te blazen stap ik een andere schaal van mijn wereld binnen, maar ik tegelijk trek ik datgene ook mijn eigen schaal in.
DEEP MAPPING
Toeval wordt gebruikt om het magische te benoemen en het onverklaarbare te verklaren, terwijl dit misschien juist afbreuk doet aan hetgeen wat het magische in het fundament werkelijk is; omdat we niet weten wat dat is. Dus daarom duid toeval misschien juist op hetgeen dat magisch is.
20201111
Ik ben benieuwd wat ik kan ontdekken als ik de mogelijkheid heb om helemaal in te zoomen.
"Listening to the land is part of Jim’s vision in collaborating with Zuni artists to create maps that challenge conventional ideas of mapping. In 2006, Jim brought together a group of Zuni elders, council members, and religious leaders to serve on a cultural advisory committee. Together, they began to imagine what it would mean to create “counter maps”—maps that reclaim the names of Zuni places and depict the land of the A:shiwi as they know and see it, immersing the viewer in a landscape interwoven with culture, story, and prayer."
BRON..
Dit is waar ik nu een beetje gebleven ben en over na denk.
<-- klik
Hoe werkt dit in een deep map? De deep map gaat dan helemaal over de manier waarop ík kijk en wat ik zie. Hoe kan ik de ander hierin betrekken? —> 'open source deep map' over een openbare plek waar iedereen ervaringen aan toe kan voegen.
Samen met Sjaak naar het duistere pad dat door de polder trekt --> foto's maken bij maanlicht (artikel van de correspondent over lichtvervuiling + fotografisch werk van Tessa van Rijn) KLIK!
De goeroe waar ik eerder over schreef zou mijn ervaring op mijn stage misschien wel heel logisch vinden. Als ik een rotte vis op mijn bord krijg heb ik die zelf aangetrokken..
voor meer fragmenten
KLIK!
Zoeken naar iets dat niet bestaat volgens de westerse rationele blik. Een zoektocht waarbij je nog van alles kunt ontdekken, zelf betekenis kunt geven aan je vondsten. Een eigen realiteit kunt creëren.
geesten in Rotterdam!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
“Westerse filosofie draait om de zijnsvraag. Oosterse filosofie bevraagt de aard van het niets. De ene cultuur denkt vanuit de materie en de andere vanuit de ruimte tussen de dingen.” Arita Baaijens
RUIMTE VOOR ONTWIKKELING
Ik let vooral op beweging merk ik, ik probeer de tijd te volgen op papier. Maar dat lukt niet, tijd verdwijnt als ik het probeer te tekenen. Ik moet het op een andere manier vastleggen. Hoe leg je een pauze vast?
Ik heb het steeds over toeval, geesten, spoken, het onzichtbare, de duisternis.
Waar zit de essentie?
Het zoeken naar iets dat onzichtbaar is, de structuur, het kader?
soms is het zo moeilijk om te zeggen wat je nou bedoelt
Bedacht of gezocht?
In beweging gevonden?
DEEP MAP van mijn huis
Begrippenlijst